Voor de beoordeling van de constructieve veiligheid van tunnels gelden dezelfde eisen- en bepalingsmethoden als voor andere betonnen constructies (topic 1 en 2). Tunnels kennen echter enkele specifieke aandachtspunten, zoals zettingen van tunnels, en de extra risico’s die optreden in een interactie met interne, en externe veiligheidsissues. Dit is vooral van belang voor landtunnels omdat deze zich veelal in drukke stedelijke gebieden bevinden met multifunctioneel ruimtegebruik (bijvoorbeeld de Zuidas, waarbij trein, metro en wegverkeer drukke transferia met veel publiek kruisen).
Daarnaast zijn tunnels in het bijzonder van belang omdat de vervanging ervan uitermate lastig is, vooral indien dit tunnels onder waterwegen betreft of boortunnels in stedelijke gebieden. Enerzijds is het vervangen van dergelijke tunnels uitermate ingrijpend en kostbaar, anderzijds zijn dergelijke tunnels vaak unieke verbindingen waar relatief weinig alternatieven voor het verkeer voor handen zijn. Ook de vervangingsperiode is lang in vergelijking tot de meeste bruggen en viaducten.